Posts met de tag dood



Ik zet m'n fiets in een rekje en loop het paadje op waar ik 5 maanden geleden ook liep. Toen we jou hier gingen begraven. Met Pasen op een begraafplaats. Happy fucking Easter. Toen was het koud en lag de natuur stil. Nu begint alles langzaam tot bloei te komen. De zon belicht kleine vliegjes die rondjes om elkaar vliegen en daardoor clustertjes in de lucht vormen.

Ik klik toch weer de documentaire Be Here Now aan. Andy Whitfield die het eerste seizoen van Spartacus speelde en daarna kanker kreeg. En daar in 2015 aan overleed. Van de week had ik ‘m na twintig minuten weggeklikt. Omdat ik er verdrietig van werd. En het herinneringen opriep. De zwaarte, de hoop en uitzichtloosheid, levens die uit elkaar gaan lopen omdat het een stopt en het ander door gaat.

Tranen prikken door haar stem als ze over haar oma vertelt, haar toonhoogte wordt steeds iets hoger en in haar waterige ogen vormen zich grote tranen. Haar woorden gaan voor een gedeelte langs mij heen maar haar stem doet mij een beeld vormen van haar oma en de band die ze nog steeds hebben. Al is haar oma niet meer hier.

Na het overlijden van mijn vader nam mijn zus zijn auto over. In de maanden die volgden maakte mijn hart een sprongetje steeds als ik de auto aan zag komen rijden. Of, als ik even mijn ogen dichtdeed en de geur van de auto opsnoof, leek het alsof ik weer naast hem op de passagiersstoel zat.

Voor iemand die zo bang voor de dood was als jij, is het langzaam doodgaan eigenijk het ergste doodsvonnis dat je kunt krijgen. Je was liever onder een bus gelopen, zo vertrouwde je mij toe. Maar of dat voor ons ook fijner was geweest wist je niet. Ik weet dat ook niet, ik heb nog nooit iemand -pats boem- verloren. Langzaam steeds afscheid van stukjes van jou en onze toekomst te moeten nemen viel zwaar.

Ik stap onder de warme stralen van de douche. Ik laat mijn hoofd naar achteren vallen en voel de stralen water langs mijn gezicht lopen. Voor het eerst deze ochtend is het water en niet mijn eigen tranen die ik op mijn gezicht voel. ‘Nu is mijn vader dood’ schiet er door me heen. Beneden ligt mijn vader. Nog in zijn bed, in z’n pyjama. De dekens verfrommeld door zijn doodsstrijd en de onze.

"Maar ik wil nog helemaal niet dood" schijnt hij huilend tegen mijn moeder te hebben gezegd. In mijn hoofd zei hij tegen haar dat op de Westerweg ter hoogte van de Intratuin. De weg die je vanuit Heerhugowaard neemt als je per auto naar Alkmaar rijdt. Of in hun geval vanuit het ziekenhuis in Alkmaar terug naar huis. De zin waar ik niet bij was toen-ie uitgesproken werd. Maar 'van horen zeggen' is in dit geval niet minder krachtig.

Ik hef mijn gezicht op, en sluit mijn ogen even voor de nevel die de miezer veroorzaakt. Even gluur ik door mijn wimpers heen, naar de wolken boven mij. Zou je daar zijn, vraag ik mij af. Want als we het over mensen hebben die dood zijn, wijzen we vaak naar boven. De hemel zou daar ergens moeten zijn. Jij op een wolkie zeg maar, volgens de kinderboeken.

De hemel kleurt donkerroze aan de horizon en vervaagt naar wit. Om diepblauw te eindigen. Voor jou zijn er geen donkerblauwe luchten meer.

De kou, de donkere avond en de klassieke muziek doen me denken aan vroeger. Toen ik op mijn kamertje voor mijn tentamens zat te leren. Terwijl jij beneden stond te koken en ik de geur van het eten kon ruiken, was ik aan het blokken met klassieke muziek keihard aan, omdat mij dat hielp me beter te concentreren. Bijna twee jaar geleden is het. Zo lang ben je er al niet meer. Het besef dat jij dood bent pap, voelt als een constante marathon.

Meer weergeven